Wybe
Ynses JELSMA
Oud schipper ‘Hoop op
Zegen’ (1920-1949)
Anjum,
gelegen in het noordoosten van de gemeente Dongeradeel, is één van
de oudste dorpen van Friesland. Het dorp, al ontstaan rond het jaar
1000, is naar men zegt door de man 'Ane' gesticht. Om zijn vee en
huis tegen het water te beschermen bouwde hij een terp. Nakomelingen
kwamen en gingen op en om de terp wonen nabij de Lauwerszee, die
ontstaan was na de watersnood in 1280 en in 1969 zou worden
afgesloten. En zo is op en om de terp het dorp 'Anigheim' ontstaan,
het huidige Anjum.
Wybe Ynses JELSMA, geboren op
27 maart 1892 te Anjum en overleden op 29 juni 1974 te Kollum
(Gereformeerd verpleeghuis “Bethesda”), was een zoon van Ynse
Jelles JELSMA
(*26-08-1891 te Kollumerzwaag -
† 02-10-1974 te Dokkum) en Saakje
Kornelis
BOSCHA (*10-03-1856 te Anjum - † 16-06-1898
te Anjum). Hij was getrouwd op 15
mei 1915
met Elisabeth
Gerrits de BOER, geboren op
09 juni 1896 te
Anjum. Zij overleed op 03 juli 1984 te Burgum. Zij was een dochter
van Gerrit Haikes de BOER
en Trijntje Lolkes VISSER. Wybe en Elisabeth,
die zwaar gereformeerd waren, liggen begraven bij de hervormde kerk
te Kollumerzwaag.
Achterdek
‘De Hoop’: Personen v.l.n.r. Wybe Ynses, Jelle Ynses, Tine en
Elisabeth
Wybe
Bet, zoals ze genoemd
werden, waren vrachtschippers. Ze kwamen van de Dongeradeelster Klei.
Ze hadden één dochter, Tine
(Tryntsje)
(*22-04-1917 te Anjum - † 12-04-1994 te Dokkum). Wybe
Ynses was van huis uit groot geworden met het
varen. Zijn vader Ynse Jelles
was vanaf 1877 al schipper op een klein tjalkscheepje ‘de Jonge
Popkjen’ (7,90 x 2,48 m, holte 1,03 m, 20 ton). Ook zijn grootvader Jelle Durks
(*22-08-1813 te Anjum - † 29-09-1891 te Anjum) was schipper, vanaf
1867, op een beurtsnik ‘de Jonge Syke’ (7 el 19 duim x 2 el 10
duim, holte 99 duim, 14 ton) vanuit Anjum. Het schippersbloed was dus
aanwezig. Vanaf 1891 werd tot de sluiting in 1924 van de Coöperatieve
Stoomzuivelfabriek aan de Skeanewei hier veel voor gevaren.
Gezin Wybe Jelsma:
v.l.n.r.: Elisabeth, Wybe en Trijntje (Tine)
Voor zijn trouwen was Wybe
al schippersknecht bij zetschippers vanuit Anjum en Metslawier. In
1915, het jaar dat Wybe
trouwde met Elisabeth Gerrits de BOER
in Anjum, staat in de trouwakte vermeld dat Wybe
spoorwegbeambte op het Dokkumer Lokaaltsje was
in Anjum (het eindpunt van de spoorlijn 1913-1937). Vanaf 1916 was Wybe
echter zelf
zetschipper vanuit o.a. Hantum en Metslawier, zo doet blijken uit het
bevolkingsregister. Op 06 februari 1920 kocht Wybe
door tussenkomst van Joris Sipkes BOUMA,
schipper te Harlingen, het skūtsje ‘Hoop op Zegen’ van Age
Klazes WIJKSTRA uit Grou voor fl. 4.900,--.
Met dit schip, 37 ton laadvermogen, lag hij vooreerst in Dokkum.
Dochter Tine kon
hierdoor in Dokkum naar de schipperschool gaan. Ze voeren met hun
skūtsje vanuit Dokkum tot 11 januari 1926. Nadat Tine de lagere
school had afgerond ging het gezin weer naar Anjum.
Wiebe RINZEMA
uit Damwāld,
een buurjongen van Wybe
zijn kleinzonen, vertelde dat Wybe
altijd gekleed was in een schipperstrui. Daarbij droeg hij ook altijd
een schipperspet en in zijn mond een krūm
pypke die hij brandende hield. Hij heeft wel
eens verteld dat hij met bevriende schippers afsprak dat als ze een
brug of een verlaat naderden, ze dan net deden alsof ze de grootste
ruzie hadden om wie er als eerste door mocht. De mensen stonden dan
onthutst te kijken. In het verlaat bleven ze dit ook wel aanhouden,
zodat de sluiswachter de controle op de lading en de ijkmerken
verwaarloosde. Nadat ze de brug of verlaat gepasseerd waren hadden ze
daar dan de grootste pret om. Dit geeft o.a. wel enigszins zijn
levensvreugde aan. Ook voer Wybe
veel samen met zijn broer Jelle
(*21-07-1884 te Anjum - † 19-07-1964 te Harlingen) die ook schipper
was. Ook Jelle en
zijn
vrouw Sijke de BOER
(*04-02-1890 te Anjum - † 24-02-1947 te Harlingen) hadden één
dochter Klaaske
(*17-08-1913 te Anjum - † 27-09-1995 te Harlingen). Klaaske
trouwde met Folkert Tjeerdsz SYTEMA,
familie van de hardzeiler Sytse Jiskes SYTEMA. Sytse Jiskes SYTEMA
was schipper op het Piipster skūtsje uit 1911 ‘De Jonge Jan’ [L
1265 N] waarmee vele prijzen zijn gewonnen. Tegenwoordig is dit
skūtsje van Jelle TALSMA
uit Warten die er nog steeds wedstrijden mee zeilt in de IFKS.
Administratie
Wybe Ynses 1920
Administratie
Wybe Ynses 1921
Uit
een bewaard gebleven boekhoudingboekje
van Wybe
blijkt dat hij in 1920 meteen in februari een vracht compost van Ee
naar Bijlen had. Deze vracht leverde hem fl. 12,- op. Daarop volgend
staan er ongeveer twee vrachten per maand met grind, basalt, takken,
aardappelen, turf en baggelaar in. Het eerste half jaar was Wybe
met name in Friesland te vinden. Vanaf oktober tot en met begin
december werden er vrachten met bieten aangenomen en veel in
Groningen gevaren. Vanuit Pieterburen, Warfum, Thesinge, Pieterburen
en Eenrum werden de bieten vervoerd naar de suikerfabrieken in
Groningen en Vierverlaten. De retourvracht bestond dan uit pulp.
Totale opbrengst dat jaar was fl. 2.820,-.
Het jaar daarop zag het vervoerspatroon er gelijkwaardig
uit. Onder andere werden er houtjes en takken van Drachten naar
Dokkum, Anjum en Lioenssens vervoerd, zand van Zwaagwesteinde naar
Franeker en basalt van Harlingen naar Oudezijl. Vanaf november weer
met bieten en pulp. De totale opbrengst in 1921 was echter een stuk
lager dan het jaar ervoor, namelijk fl. 1.383,-.
Ook
Wybe voer met de ‘Hoop op
Zegen’ naar de Drentse Monden. In de dertiger jaren laadde hij de
turf met korfen in het ruim. De korfen werden bij Hulsebos in
Blauwverlaat voor fl. 0,75 gekocht. In een volle korf pasten 50
turven. Het laden en lossen met de korfen ging hiermee een stuk
sneller.
Het
skūtsje ‘De Hoop op
Zegen’ ergens in Noordoost Fryslān
Wybe vertok op 28 december
1936 uit Anjum met zijn skūtsje en gezin naar Leeuwarden. Ze kwamen
eerst met hun skūtsje in het Nieuwe Kanaal te liggen aan de Emmakade
NZ. Hier gingen ze later ook aan de wal wonen met het skūtsje voor
de deur. In 1949 werd het skūtsje verkocht aan Andries
SCHIPPERS uit Amsterdam. Deze zou het schip
tot woonboot ombouwen. Wybe
en Elisabeth gingen
aan de wal wonen en kregen in 1952 een rentenierwoning op Sānbulten
nabij Kollumerzwaag. Deze woning stond in de bocht van de Koarteloane
met de Achterwei. Tegenwoordig is het gemeentetuin en staat er een
rioolpomp op. Waarschijnlijkheid zijn ze hier komen wonen, omdat hun
enige dochter hier woonde. Zij trouwde met een weduwnaar, een boer
uit het Sweagerfean (tegenwoordig Kollumerzwaag), Douwe
Oense van der SCHAAF (*26-08-1891 te
Kollumerzwaag - † 02-10-1974 te Dokkum). Zij kregen twee zonen, Douwe en Wybe.
Nadat ze het huisje verkocht hadden hebben ze nog een tijdje in de
hofjes aan de Koarteloane gewoond. Daarna zijn ze verhuisd naar
“Bethesda” in Kollum.
‘De Hoop’ in
Leeuwarden: Het skūtsje 'De Hoop op Zegen' aan de Emmakade NZ in
Leeuwarden
Verdere
historische informatie is nog niet bekend. Wij houden ons aanbevolen
indien iemand iets van Wybe
Ynses JELSMA
uit Anjum weet. U kunt hiervoor contact opnemen met Frits
JANSEN,
tel 06-28209395 of mail naar frits.jansen@skutsjejongerein.nl.
Door
Frits J. Jansen, juni 2008
Stichting Skūtsje 'Jonge Rein'
Grou